
Meer duidelijkheid over handhaving Wet DBA vanaf 2025
Meer duidelijkheid over handhaving Wet DBA vanaf 2025
Vanaf 1 januari 2025 zal de Belastingdienst strenger toezien op schijnzelfstandigheid. De vraag of iemand écht zzp'er is of in werkelijkheid in verkapte loondienst werkt, is al jarenlang een uitdaging voor ondernemers. Dit speelt al minstens acht jaar, sinds de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA). De Belastingdienst heeft aangekondigd dat de wet vanaf 2025 actief gehandhaafd zal worden.
Handhaving door de Belastingdienst vanaf 2025
Zowel werkgevers als zzp'ers vragen zich af hoe de handhaving van de wet precies in zijn werk zal gaan. De Belastingdienst heeft inmiddels laten weten dat organisaties die zzp'ers inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, risico lopen op boetes en naheffingen.
Er geldt echter een overgangsperiode van één jaar. In dat jaar krijgen werkgevers en zzp'ers nog geen boete als zij kunnen aantonen dat zij maatregelen nemen om schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Wet DBA: aanpak van schijnzelfstandigheid
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) is in het leven geroepen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. De wet hanteert verschillende criteria om te bepalen of iemand als schijnzelfstandige werkt. Een belangrijk criterium is of de freelancer onder het gezag van de opdrachtgever werkt. Dit houdt in dat de opdrachtgever bijvoorbeeld kan bepalen met wie je werkt, waar en voor hoelang. Met deze toets probeert de wet vast te stellen wie als ondernemer werkt en wie eigenlijk in loondienst zou moeten zijn.
Zowel zzp’ers als opdrachtgevers kunnen belastingvoordelen genieten van zelfstandigheid. Voor opdrachtgevers betekent het dat ze geen premies en loonheffingen hoeven te betalen, terwijl zzp'ers gebruik kunnen maken van aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling.
Huidige handhaving van de Wet DBA
Tot nu toe wordt de Wet DBA nauwelijks gehandhaafd. Dit komt doordat de wet in de praktijk onduidelijk is. Hoewel de wet nog steeds geldt, is de kans dat schijnzelfstandigheid wordt opgespoord klein.
Wanneer de Belastingdienst bij bijvoorbeeld een boekenonderzoek schijnzelfstandigheid vermoedt, kunnen er boetes worden opgelegd als de opdrachtgever als kwaadwillend wordt gezien. Dit gebeurt wanneer er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, duidelijke schijnzelfstandigheid of opzettelijke schijnzelfstandigheid.
De Belastingdienst kan bij controles aanwijzingen geven om de situatie te corrigeren. Bedrijven krijgen drie maanden om deze veranderingen door te voeren. Gebeurt dit niet, dan kan een boete volgen.
Voorbereiding op de Wet DBA in 2025
Werkgevers kunnen zich voorbereiden op de handhaving door hun personeelsbestand, inclusief ingehuurde zzp'ers, goed te evalueren. Hoewel nog niet alles duidelijk is over de precieze handhaving, is het verstandig de ontwikkelingen in de gaten te houden en alvast aanpassingen door te voeren om risico’s te beperken.
Weten wat we voor u kunnen betekenen?
Neem contact op voor een vrijblijvende afspraak.